Kennisproducten

Na wild west en sciencefiction op zoek naar de juiste film

De ruimtelijke inrichting van Nederland staat met stip terug op de agenda. Woningnood, stikstof, bereikbaarheid, klimaatverandering en energietransitie staan hoog op de maatschappelijke en politieke hitparade. Tot nu toe kenmerken de meeste bijdragen zich door het schieten uit de heup (Wild West) of het schetsen van perspectieven op Nederland na 2050 of zelfs 2100 (sciencefiction). Deze vrijblijvendheid moeten we achter ons laten, want de cruciale vraag luidt wat we de komende 10 tot 20 jaar echt gaan doen. Welke keuzes maken we en wie heeft welke rol? Hoe slaan we de brug tussen beleid en uitvoering? Hoe bundelen we private en publieke investeringen en expertise in een gezamenlijk perspectief? En hoe maken we snelheid en zorgen we tegelijkertijd voor draagvlak?

Ruimte is schaars. Niet alles kan en niet alles kan overal. Ruimtelijke ordening is de voortdurende worsteling tussen belangen die om voorrang strijden, het schakelen tussen schaalniveaus, de urgentie van vandaag en het perspectief op langere termijn. En dat in een nimmer stabiele omgeving; dat was altijd al zo, maar de huidige coronacrisis illustreert dat overduidelijk. In de Nationale Omgevingsvisie (NOVI) wil het kabinet met ‘scherpe en fundamentele keuzes’ een antwoord geven op de toenemende druk op de fysieke leefomgeving. ‘Dat vraagt om meer regie vanuit het Rijk’, stelt de Minister van BZK, mede namens acht andere bewindspersonen, in de uitgebreide NOVI-brief aan de Tweede Kamer.

Hoe die regie vorm krijgt, blijft in de brief vrij vaag. Bovendien ontbreekt de koppeling van beleid met programmering en investeringen. Daarom menen wij dat de tijd rijp is voor een passend handelingsperspectief. Wat is het nieuwe sturingsconcept voor de inrichting van Nederland voor de komende 20 jaar? Welke rol speelt de rijksoverheid daarin in relatie tot andere overheden, bedrijven, maatschappelijke groeperingen en andere betrokkenen? Op deze vragen geven wij in deze publicatie antwoord.

Voor de uitwerking van ons sturingsconcept gaan wij te rade bij enkele succesvolle interbestuurlijke beleidsprogramma’s uit het recente verleden zoals Ruimte voor de rivier en de Vinex. We kijken ook naar actuele bestuurskundige sturingsmodellen en brengen onze eigen ervaring in het publieke en private domein in. Vanwege de relatie met de NOVI kunnen we hier spreken van het NOVI-sturingsconcept. We vatten de belangrijkste elementen hiervan eerst samen en werken in de hoofdstukken daarna het sturingsconcept nader uit.